Dieetbehandelingsrichtlijn ALS (en PSMA) geactualiseerd
De laatste jaren wordt veel onderzoek verricht naar voedingsgerelateerde factoren bij ALS. In de vernieuwde richtlijn zijn nieuwe trends en inzichten opgenomen. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de richtlijn uit 2007 zijn:
De voedingstoestand wordt wereldwijd geaccepteerd als een belangrijke prognostische factor ten aanzien van de overlevingsduur.
Behoud van het gewicht, ook bij overgewicht, is het belangrijkste speerpunt.
Meten van het lichaamsgewicht is bij ALS het belangrijkste antropometrische meetinstrument.
Energierijke dieetpreparaten en sondevoeding worden beschouwd als standaardbehandelingen bij ALS.
De discussie over een mogelijk beschermend effect van dyslipidemie (hoge normaalwaarden) is nog niet uitgekristalliseerd.
Trials met vet- en energierijke sondevoeding via PEG en ketogene sondevoeding via PEG zijn gaande.
Chirurgische en radiologische technieken voor het inbrengen van een voedingssonde zijn equivalent aan de PEG. Niet de techniek, maar de progressie en ernst van de ziekte zijn bepalende factoren voor de overlevingsduur.
Het ALS-centrum adviseert na PEG-plaatsing minimaal 1 x per maand een consult door de diëtist (persoonlijk, telefonisch of via email).
Mogelijk kan parenterale voeding een alternatief zijn bij ALS in een vergevorderd stadium.
De behandeltijd (door de diëtist) is ingedeeld in zorgniveau 5 met een uitloop naar niveau 6, indien nodig.
De dieetbehandelingsrichtlijn ALS (en PSMA), richtlijn 34, is zowel gedrukt als online beschikbaar bij 2010 Uitgevers, zie www.dieetbehandelingsrichtlijnen.nl